KB in de maak dat het toekennen van voorschotten voor opdrachtnemers van overheidsopdrachten vergemakkelijkt

KB in de maak dat het toekennen van voorschotten voor opdrachtnemers van overheidsopdrachten vergemakkelijkt

Om in te spelen op de gevolgen van de oorlog in Oekraïne en de daaruit voortvloeiende economische crisis, keurde de ministerraad op 14 oktober 2022 een ontwerp van koninklijk besluit goed waardoor voorschotten kunnen worden toegekend aan opdrachtnemers van overheidsopdrachten.

Context     

Artikel 67 van het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voorziet dat aanbestedende overheden slechts in een beperkt aantal gevallen met voorschotten kunnen werken. Bovendien moet dergelijke voorschotregeling in de opdrachtdocumenten bij aanbesteding worden voorzien.

Door onder meer de oorlog in Oekraïne zijn de prijzen van heel wat grondstoffen, halffabricaten en afgewerkte producten exponentieel gestegen. Die prijsstijgingen leiden ertoe dat heel wat opdrachtnemers van overheidsopdrachten met liquiditeitsproblemen te kampen hebben, o.m. omdat zij die kosten, bij gebreke aan voorschot, dienen te financieren.

De ministerraad heeft daarom op 14 oktober 2022 een ontwerp van koninklijk besluit goedgekeurd dat het mogelijk maakt voor aanbestedende overheden om voorschotten toe te kennen aan opdrachtnemers voor zowel overheidsopdrachten in uitvoering, als voor reeds gelanceerde overheidsopdrachten en overheidsopdrachten die nog gelanceerd moeten worden.

Omvang van het voorschot

Het ontwerp van koninklijk besluit voorziet in een bijkomende mogelijkheid voor aanbestedende overheden om een voorschot toe te kennen ten belope van maximaal 20% van de initiële waarde van de overheidsopdracht. Voor opdrachten waarvan de looptijd twaalf maanden overschrijdt, wordt een referentiebedrag vastgesteld dat gelijk is aan twaalf keer de initiële waarde van de opdracht, met inbegrip van belastingen. Dat bedrag wordt gedeeld door de in maanden uitgedrukte looptijd van de opdracht. Voor opdrachten van onbepaalde duur wordt het referentiebedrag bepaald aan de hand van de maandelijkse waarde van de overeenkomst vermenigvuldigd met twaalf.

Beperkingen

In haar communicatie geeft de FOD Kanselarij van de eerste minister aan dat de voorschotten slechts zullen worden toegekend voor overheidsopdrachten die gelanceerd worden tot eind 2023. Daarnaast wordt aangegeven dat geen voorschotten zullen worden toegekend voor overheidsopdrachten waarvan de looptijd korter is dan twee maanden.

Onduidelijkheden

Het is voorlopig nog niet duidelijk wanneer de maatregelen in werking zullen treden. De ministerraad heeft het ontwerp immers voor advies aan de Raad van State voorgelegd, naar aanleiding waarvan het ontwerp mogelijks zal worden aangepast.

Daarnaast werd de minister van Ambtenarenzaken belast met het opstellen van een lijst van de zwaarst getroffen sectoren waarvoor de federale aanbestedende diensten overheidsopdrachten uitschrijven. Op basis van die lijst zullen de federale ministers de impact moeten nagaan van de toe te kennen voorschotten op hun respectievelijke budgetten. Hoe de deelstaten hiermee zullen omgaan, staat niet vast. Dat is uiteindelijk wel belangrijk aangezien het vaak de deelstaten zijn die grote infrastructuurprojecten aanbesteden.

Evenmin blijkt uit de communicatie dat de opdrachtnemers recht hebben op het vorderen van een voorschot, dan wel dat het over een loutere gunstmaatregel vanwege de aanbestedende overheden gaat. Over de te vervullen formaliteiten om de voorschotten aan te vragen en te verkrijgen is evenmin iets bekend.

Het valt dan ook niet uit te sluiten dat afhankelijk van de sector en/of de aanbestedende overheid er verschillende regelingen worden uitgewerkt, net zoals dat het geval was bij de maatregelen die werden genomen naar aanleiding van de impact van COVID-19 op overheidsopdrachten.

Contacteer ons RER-team voor verdere vragen.

Geschreven door

  • William Timmermans

    Partner

  • Caroline De Mulder

    Counsel